Dood in het Amsterdamse bos, opnieuw

dood-in-het-amsterdamse-bos-opnieuw

Werkplaats van weerstand en oordeel

De dood in het Amsterdamse Bos, opnieuw. Dertig zielen vinden hun weg naar het Bostheater. Vanavond luisteren we naar verhalen en zingen we mantra’s. Dat is hard werken voor mij, want bij het zingen van mantra’s moet ik langs een dikke muur van weerstand. Ik sta oog in oog met mijn meedogenloze oordeel, mijn weigering tot overgave, mijn verzet tegen dwang en volgzaamheid, mijn allergie voor verheffing, mijn angst voor het verstoren van de orde, en meer zaken die het leven ingewikkeld maken. Aan het eind van de avond heb ik knallende hoofdpijn.

Ik lijk de enige niet te zijn die worstelt. Sommigen vertrekken na een tijdje, mijn buurvrouw houdt angstvallig haar ongelukkige partner in de gaten en ik ontmoet onwennige blikken. Ik realiseer me dat we aan de buitenkant wel meedoen, maar aan de binnenkant allemaal een parallel programma hebben draaien. En dat maakt me vanavond nog het meest nieuwsgierig.

Nieuwe deuren
We zingen een mantra over dat wat verscholen ligt achter de buitenkant. Dat niets werkelijk is hoe het verschijnt, dat we in de reis naar binnen steeds nieuwe deuren openen die leiden naar ander perspectief. Dat maakt dat alles wat ik ervaar, niet zonder meer waar is of vast staat. Zeker mijn oordeel niet. Het oordeel wat ik ervaar, spreekt eigenlijk namens iets dat beschermd wil worden en zich niet wil laten zien. Dat is goed bedoeld, maar het is ook verruimend om te kijken wat daarachter ligt. Naar het hoe en waarom je dat oordeel zo in elkaar hebt getimmerd. En wat het voor je weg houdt. Misschien wordt het dan minder hard, of kan het zelfs weg.

Werkplaats
Dus dat is wat ik doe, tijdens deze avond mantra zingen. Ik bevind me midden in mijn werkplaats van weerstand en oordeel. Een werkplaats vol met wapentuig, gemaakt met goede redenen. Zo hangt er bijvoorbeeld verzet tegen autoriteit aan de muur. Die is gemaakt uit frustratie, omdat ik best dominant ben maar de leider in mezelf niet echt in het licht durf te zetten. Er hangt ook opstand tegen het opstijgen in een zalige magische bubbel. Dat komt omdat dat lang mijn uitvlucht is geweest, uit angst voor echte verbinding en contact. Op de bovenste plank ligt een grote doos weigering tot overgave. Die is gemaakt omdat ik niet genoeg vertrouwen had dat er plek voor mij was. Zonder die doos moet ik kwetsbaar zijn, met die doos hoeft dat lekker niet. En zo liggen en hangen er nog allerlei handige snufjes die voorkomen dat ik mezelf laat zien.

We hebben natuurlijk allemaal zo’n werkplaats, met een compleet eigen inrichting. Aanwezig zijn in die werkplaats is vaak ongemakkelijk, de sfeer is soms grimmig- hier liggen niet de mooiste kanten van jezelf. Maar naarmate ik er langer ben, merk ik dat ik nieuwsgieriger en vrolijker word. Dat ik het hok vernuftig vind, dat ik geinige trucjes heb bedacht, dat ik moet lachen om mezelf, in alle lelijkheid die ik zie. Chapeau, je hebt het er ver mee geschopt. Nou nog zingen.

Het was vast niet de bedoeling van deze avond, dat ik stof moest happen. Toch is dat wat er gebeurde. Organisatie, bedankt. Ook voor het goud dat er blijkt te liggen achter die muur van weerstand: deze werkplaats krijgt een vervolg. Een dag, een programma, een gezamenlijk onderzoek. Ben je geinteresseerd? Laat het me weten!

Deze blog is geschreven n.a.v. Curepark, the art of care. Curepark vond plaats t/m 16 juli, in het Amsterdamse Bos. Zie voor meer informatie: www.uitvaren.com/kunst

 

Dit bericht is oorspronkelijk gepubliceerd door Jesse Boon op negen juli en is terug te vinden op onderwoorden