KUCHE

KUCHE

Op deze vrijdagmiddag is het hectisch in hospice het Veerhuis: er is een spoedopname, veel vrijwilligers springen bij. In de huiskamer zit bezoek van de bewoners. Én Richard en David (respectievelijk partner en goede vriend van de voormalige bewoner Daan) staan plotseling in de keuken met een zelfgebakken Kuche.

Ik ben een fan van Richard, vol bewondering over zijn trouw aan zijn stervende partner enkele maanden geleden. Weken lang week hij niet van zijn zijde. Hij had een bed geplaatst naast dat van zijn partner. Regelmatig waren ze samen in de tuin te vinden.

Ik stel mijn rondje langs de bewoners (ik ben Karel de kok) uit en onze tuinvrouw schuift aan. Aan de keukentafel drinken we thee en koffie. Richard snijdt de zelfgebakken cake aan. Onverwacht wordt er een kartonnen draagdoosje boven tafel getoverd: de twee mannen hebben zojuist de as van hun vriend opgehaald bij De Nieuwe Ooster: Nu zijn we weer met z’n drieën.

Nog maar een hapje gebak, van de Johannesbeerkuche…… Het doosje wordt weer op de grond tussen hen ingezet.

Wat is jouw Kuchemoment, Richard?’, vraag ik. Hij vertelt dat hij in zijn studententijd verslaafd is geweest aan cake met sesamzaadjes: grote stukken cake met van die knapperige zaadjes er in. Ik vertel over Herr und Frau Tietmeijer en hun Konditorei aan de voet van de burcht in Bad Bentheim, onze favoriete stopplaats net over de grens.

Langzaam lost het samenzijn op en nemen anderen het gesprek over. Ik maak mijn rondje en als ik vijf minuten later terug ben in de keuken zijn Richard en David al weer weg. Er staat er nog een stukje Kuche op tafel.

Een week later stuurt Richard zijn Kucherecept door.

NB: de namen zijn fictief.

Recept

Ingrediënten

300 gr bloem - ik neem de helft ervan als boekweitbloem

300 gr. fijn geraspte noten (hazelnoten) of amandelen - ik neem normaal altijd amandelbloem, maar je wou misschien experimenteren met verschillende smaken, ook geraspte walnoten met amandelbloem of fijn geraspte amandelen is fijn

300 gr boter - of iets minder, in kleine stukken, maar koud

220 gr poedersuiker - ik neem iets minder

1 ei + 1 eidooier

kruidnagelpoeder - voorzichtig

kaneel - ik neem er altijd meer van

schil en sap van een onbehandelde citroen - of limoen is ook fijn

1 witte oblate (een heel dunne en droge wafel) om op de deeg te plaatsen om de jam op te doen, het gaat ook zonder

1 losgeklopt ei om de taart te coaten

  1. 40 gr fijngesneden amandelschijfjes

poedersuiker vermengd met vanillesuiker om de taart aan het eind te bestrooien

aalbessenjam (rode bessen) niet te fijn, geen gelei

Bereiding

Rasp de schil van de citroen , pers de sap

In een grotere schaal de bloem en geraspte amandelen of noten goed mengen. Boter met de gemengd bloem kruimelen, maar niet te lang, het moet kruimelig blijven.

Alle andere ingrediënten snel toevoegen en vermengen. Maak er een bol van en laat een half uur in de koelkast met folie bedekt staan.

Tweederde van de deeg in een ronde bakvorm doen, oblate erop (of zonder) een vingerdikke rand overlaten en de jam erop.

Op de vingerdikke rand met een deel van de laatste 1/3 deeg een dikke streep plaatsen en met de rest (ja dan kan het soms te weinig deeg zijn...) worsten draaien en op de jamlaag plaatsen. Niet rechthoekig maar als trapeze (heel belangrijk!). Daarna met het losgeklopte ei coaten, amandelschijfjes erop, (ik druppel dan nog een beetje amandellikeur Di Saronno erop) en ca 40 minuten op middelmatige hitte bakken. Niet te heet en niet te droog laten bakken. Als de korst licht bruin is, is het genoeg.

Laten afkoelen, uit de vorm nemen en met een beetje poedersuiker bestrooien, met folie afdekken. Tenminste een dag wachten met aansnijden! De Kuche wordt met de dagen steeds beter.