Sint Franciscus en spaghetti bolognese

Sint Franciscus en spaghetti bolognese

Sint Franciscus

Wat gaat er gegeten worden in het Veerhuis, kort na een drieweekse wandeltocht van Assisi naar Rome in de voetsporen van Sint Franciscus? 

Het was een wandeling door de herfstige heuvels van Umbrië, de burchtstadjes aan elkaar rijgend. Het is daar af en toe flink stampen de heuvels op, de olijvenoogst is in volle gang. Aan het eind van de middagen komen we aan in verlaten stadjes en gaan op zoek naar een slaapplaats om weer warm te worden. Rond acht uur een restaurantje in een steegje voor een pasta met truffel en rode wijn…….hoe fijn kan het zijn?

De dag na terugkomst van vakantie fiets ik rond 4 uur ’s middags dwars door de stad op weg naar het Veerhuis. Halverwege in het Vondelpark is het schakelen naar ‘daar’ in volle gang. Wat ga ik in het hospice aantreffen? Welke bewoners en collega-vrijwilligers zijn er? Hoe is de sfeer? Èn: wat gaat de pot nu weer schaffen?

Het rondje langs de vier bewoners is ook deze keer weer een verrassing. De bewoners zijn moedig, verdrietig, gelaten, in pijn, opgewekt, in zichzelf gekeerd, anderen meer in voor een praatje. Een dame heeft een vriendin die mee wil eten op bezoek. De bewoner van kamer vier rookt een shaggie in de open deur naar de tuin. De meneer van kamer drie verwacht bezoek rond etenstijd. De zorgvrijwilligers lopen als bezige bijen in en uit de kamers. 

Als ik me in de huiskamer voorstel aan één van de bewoners (‘Ik kook vanavond’) gaat het over vlees, vis of vegetarisch. Dan valt bij mij het kwartje: ‘Heb je zin in een verse haring en spaghetti bolognese?’ Een schot in de roos. En precies waar ik zelf ook zin in heb: als voorgerecht Aankomst in Nederland en als hoofdgerecht Heimwee naar Italië. Twee andere bewoners vinden de spaghetti ook een goed idee. Op verzoek van de meneer op kamer vier warm ik de nasi van gisteren op met gebakken spekkies en een eitje er op.

Op het pleintje tegenover de Appie staat een geweldig haringtentje. Een innemende man uit Portugal serveert daar al jaren heerlijke zachte perfect schoongemaakte haring. Die moet natuurlijk eerst voorgeproefd. Uitjes en zoetzuur gaan apart in plastic zakjes. Daarna bij de Appie naar binnen, snel klaar voor de vleessaus (ragù in het Italiaans, want in Umbrië maken ze de saus op hun eigen manier en zeker niet zoals in Bologna). 

Op de één of andere manier moet een vleessaus altijd in een grote braadpan gemaakt worden. Een klein pannetjes saus lukt niet, staat niet, smaakt niet. De ragù wordt als eerste klaargemaakt om lekker lang te laten sudderen. De haring is inmiddels met veel smaak naar binnen gegleden. De gemengde salades staan klaar op het keukenblad.

De borden komen allemaal leeg terug van de kamers. Een dochtertje van de bewoner op kamer drie komt naar de keuken om voor zichzelf een bordje ‘sliertjes’ op te scheppen. Haar moeder die ‘toch nog wel trek heeft’ idem dito. Aan de keukentafel prik ik  een vorkje mee met de meneer van de haring. De laatste saus wordt op een boterham geschept door een zorgvrijwilliger van de late dienst die net uit zijn werk komt. T’is allemaal bijna net als thuis*.

Hoe fiets de Fransman nou in dit verhaal? Mijn lieve moeder was een fan van de heilige uit Assisi. Zij herkende zijn hang naar gemeenschap, soberheid, spiritualiteit, natuur en zorg voor de ander. Ze was anti-paaps en feministisch, dat was de minderbroeder dan weer helemaal niet.

* Al weer bijna vijf jaar geleden, net nadat ik mijn ‘roeping’ als uitvaartondernemer had aangenomen, werd ik door een collega geattendeerd op het Veerhuis. Het Veerhuis als een bijna-thuis-huis sprak mij bij de eerste informele kennismaking al meteen aan: de inrichting, de ligging in de wijk, de no-nonsens benadering van de coördinatoren, het eerste contact met de vrijwilligers. Het voelde direct als een plek waar ik onderdeel van uit wilde maken. Als nieuwbakken ondernemer wilde ik iets terug doen, maar onderhuids was het vooral nieuwsgierigheid: Wat is een hospice eigenlijk? Trek ik het om zo dicht in de buurt van de dood te zijn? Wat kan ik toevoegen als kok? Welke rol speelt eten in de laatste levensfase? Welke gerechten, smaken, kleuren, geuren, woorden doen er toe? Misschien wel helemaal geen woorden en alleen maar stinkend mijn best doen op sauzen, gebakken krieltjes of een witvisje uit de oven. Het was en is nog steeds een avontuur elke keer als ik over de drempel stap van ons huis.