Zwaaien naar tante Trees

Zwaaien naar tante Trees,

Jeanne, Bernard, Engelien, Willy, Ria, Ad, Annie, Trees en Wim.Alle negen ooms en tantes van mijn vaders kant op rij op leeftijd. Van de hele rits is Bernard (mijn vader) als eerste overleden. Tante Trees is de laatste die nog leeft, 94 jaar oud. Bij elkaar opgeteld zijn deze negen goed voor zo’n zes tot zeven eeuwen aan levensjaren.

Er is een foto waar ze alle negen als jonge kinderen op leeftijd van groot naar klein op een rijtje zijn gezet. Later in de negentiger jaren, ter gelegenheid van een reünie met ome Ad uit Canada, is de foto nog een keer gemaakt.

Ooms en tantes, neven en nichten waren altijd dichtbij, op verjaardagen, op vakantie of zomaar bij  onderlinge bezoekjes.

Hoe waren de broers en zussen Winterink vroeger met elkaar in het grote huis in hartje Doesburg? Hielpen ze elkaar? Zaten ze elkaar in de haren? Vertrouwden ze elkaar? Aten ze ’s avonds allemaal met elkaar aan één tafel, wie moesten de afwas doen? Droegen de jonkies de kleren en schoenen van de oudere kinderen?

Ik stel me voor hoe ze geleidelijk aan hun partners vonden en hun weg zochten na de oorlog. De mannen verdienden de kost en de moeders baarden en moederden. Elke zondag gingen ze naar de kerk. Ze brachten hun kinderen groot, zochten scholen uit en knoopten de eindjes aan elkaar. Ze maakten lol als ze bij elkaar waren. Huizen werden gekocht en ze legden geld apart voor later. Ze zagen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis komen; ze waren moe en hielden vol…..alle negen.

En tante Trees, de laatste, zit nu aan tafel op haar kamertje in het verzorgingshuis in Oss. Uitkijkend vanuit haar appartementje over het pleintje voor het huis. Haar zoon komt elke dag langs, verder geen bezoek.

Op een klein scherm op tafel een carrousel met beelden van haar kinderen en kleinkinderen, met updates via internet. Ze leest haar krantje uit en te na met het plaatselijke en regionale nieuws. Drinkt haar koffietje, rommelt en ruimt op. Ze maakt zich zorgen over haar kinderen, heel ver weg en dichtbij.

Ach, Karel, ik heb een mooi leven gehad. Jammer dat Kees zo vroeg overleden is.

Ik heb veel vrienden gehad. De kinderen hebben het goed gedaan.

Ik heb mijn leven geleefd. Ik wacht af wat me overkomt.

Ik ben niet meer religieus, maar heb altijd een bijzondere band gehad met Maria.

Dingen hebben niet meer zoveel woorden nodig

Ik was een keer met tante Willie op een boottocht op zee. Ik was afgezonderd in de natuur en onder de indruk van het grootse en weidse. Er was iets. Ik voelde een goddelijke hand in alles.

Amsterdam, 5 april 2020