Op veel te jonge leeftijd is onze zus Roos overleden na een val van haar paard.

Een wel zeer onverwachte als zeer ongebruikelijke afloop van een leven vol plezier.

Met één harde klap stond het leven stil. 

Van de één op de andere dag een begrafenis regelen? Perplex als we stonden belden we Karel. Karel help!

In alle rust  legde Karel uit hoe alles zou lopen de volgende dagen. Overlijden in een ziekenhuis en wat daarna. Het regelen van een begrafenis. En vooral de manier waarop de dag van de uitvaart zou kunnen verlopen.

In trance,  ontspanning en ook vol emotie bereidde Karel ons, vriendinnen, vrienden en familie voor op een van de meest trieste dagen uit ons leven.

Hier kwam de spirituele kracht van Karel naar boven. Het out of de box denken, hoe zou Roos dit gewild hebben en wat vinden vóóral wij als nabestaanden fijn? Een begrafenis waarvan de ouderen zeiden: “maar dit klopt toch niet?”. En waar wij als familie trots waren op de “verkeerde  volgorde” van het ritueel. Exact zoals Roos was. Lekker ongecompliceerd en een beetje chaos.

Met als resultaat een prachtige laatste afscheid van onze lieve Roosje. De triestheid van het gebeuren voor eenieder en voor ons als familie, en de schoonheid van de dag, zal voor immer als een van de meest bijzondere dagen in ons geheugen achter blijven

Karel, dank voor de inspiratie, dank voor het verdriet, dank voor het spirituele en de intense rust, en bovenal dank voor het perfect regelen van de allerlaatste groet van ons aan ons lieve zusje Roos.

Anne en Jeroen Winterink

De dag van Rosa’s begrafenis was “haar” mooiste dag na haar te korte leven. Ze orkestreerde het zelf voor al haar geliefden, maar zonder Karel was dat niet mogelijk geweest. 

Op een zekere middag maakte Karel met haar een wandeling langs de door haar gekozen plekken en ze troffen daar, niet geheel toevallig, de juiste mensen om alles voor “haar dag” te regelen: de koster, de grafdelvers en oom Piet van de kantine van tuinpark ‘Rust en Vreugd’. 

Toen we haar dezelfde avond troffen was ze zo blij als een kind. 

Zoals ze zelf de regie tijdens haar uitputtende ziekteproces wist te houden, slaagde ze er ook eigenhandig in voor al haar naasten haar afscheid onvergetelijk mooi te maken. 

Natuurlijk vergt zoiets nog de afhandeling van vele kleine vervelende technische details. Karel heeft het allemaal met ons doorgenomen en voor Rosa tot in de puntjes geregeld. Tijdens de begrafenis en de dagen ervoor schaarde Karel zich in ons midden en nam geruisloos de leiding waar het moest. Rosa’s laatste wens ging in vervulling.

Jan Jaspers en Sandra van Elewout

 

Op een intiem en essentieel moment in je leven, komt het erop aan wie je ontmoet en begeleidt bij het overlijden van een geliefde.

Karel maakt met zijn betrokkenheid, intentie, oprechtheid en verbinding het verschil. We zijn dankbaar voor het leven van deze echtheid.

Francien Kleemans & Herman van der Knaap

Op het moment dat Karel ons huis binnenstapte, leek het alsof we nog een familielid erbij kregen. 

Hij mengde zich uitermate soepel in ons gemêleerde gezelschap. Hij stond open voor álle ideeën en hielp bijzonder creatief meedenken om het afscheid van mijn man te kunnen vormgeven zoals wij voor ogen hadden. 

Karel hebben wij allen als een buitengewoon fijn mens met een groot invoelingsvermogen ervaren. Hij verzorgde op voortreffelijke wijze het uitvaren van mijn geliefde. Onze dank is groot.

Antje Häder-Aleman

We wilden voor de crematie van onze overleden vader iemand die wat zou kunnen begrijpen van hem en hoe wij als dochters daar, allemaal op onze eigen manier, mee om wilden gaan.

Karel werd ons aanbevolen en dat was een prettige verrassing. Hij loodste ons soepel door de nu eenmaal vervelende maar noodzakelijkheden voor een crematie.

Zonder de gebruikelijke stijfheid was hij begripvol en geïnteresseerd, zonder oordeel, zachtaardig én doortastend.

Kortom, een heel prettig mens onder zulke emotionele omstandigheden en een grote aanbeveling als uitvaartondernemer.

Merel Toussaint

Hoe fijn is het als er een prettig mens aanschuift tijdens zo’n heftige periode. Iemand die oog heeft voor alle emoties. Iemand die niks raar vindt, alles begrijpt, meebeweegt en toch ook stuurt. Hoe fijn is het als er wordt meegedacht, het vervolgens zo wordt georganiseerd, dat het wordt overgenomen als het door emotie even niet lukt. 

Beter konden wij het niet hebben. Karel voegt toe! Karel maakt het menselijk en persoonlijk. Zakelijk en professioneel organiseert hij het helemaal en het is maatwerk.

Pien d'Ailly

Sint Franciscus en spaghetti bolognese

Sint Franciscus

Wat gaat er gegeten worden in het Veerhuis, kort na een drieweekse wandeltocht van Assisi naar Rome in de voetsporen van Sint Franciscus? 

Het was een wandeling door de herfstige heuvels van Umbrië, de burchtstadjes aan elkaar rijgend. Het is daar af en toe flink stampen de heuvels op, de olijvenoogst is in volle gang. Aan het eind van de middagen komen we aan in verlaten stadjes en gaan op zoek naar een slaapplaats om weer warm te worden. Rond acht uur een restaurantje in een steegje voor een pasta met truffel en rode wijn…….hoe fijn kan het zijn?

De dag na terugkomst van vakantie fiets ik rond 4 uur ’s middags dwars door de stad op weg naar het Veerhuis. Halverwege in het Vondelpark is het schakelen naar ‘daar’ in volle gang. Wat ga ik in het hospice aantreffen? Welke bewoners en collega-vrijwilligers zijn er? Hoe is de sfeer? Èn: wat gaat de pot nu weer schaffen?

Het rondje langs de vier bewoners is ook deze keer weer een verrassing. De bewoners zijn moedig, verdrietig, gelaten, in pijn, opgewekt, in zichzelf gekeerd, anderen meer in voor een praatje. Een dame heeft een vriendin die mee wil eten op bezoek. De bewoner van kamer vier rookt een shaggie in de open deur naar de tuin. De meneer van kamer drie verwacht bezoek rond etenstijd. De zorgvrijwilligers lopen als bezige bijen in en uit de kamers. 

Als ik me in de huiskamer voorstel aan één van de bewoners (‘Ik kook vanavond’) gaat het over vlees, vis of vegetarisch. Dan valt bij mij het kwartje: ‘Heb je zin in een verse haring en spaghetti bolognese?’ Een schot in de roos. En precies waar ik zelf ook zin in heb: als voorgerecht Aankomst in Nederland en als hoofdgerecht Heimwee naar Italië. Twee andere bewoners vinden de spaghetti ook een goed idee. Op verzoek van de meneer op kamer vier warm ik de nasi van gisteren op met gebakken spekkies en een eitje er op.

Op het pleintje tegenover de Appie staat een geweldig haringtentje. Een innemende man uit Portugal serveert daar al jaren heerlijke zachte perfect schoongemaakte haring. Die moet natuurlijk eerst voorgeproefd. Uitjes en zoetzuur gaan apart in plastic zakjes. Daarna bij de Appie naar binnen, snel klaar voor de vleessaus (ragù in het Italiaans, want in Umbrië maken ze de saus op hun eigen manier en zeker niet zoals in Bologna). 

Op de één of andere manier moet een vleessaus altijd in een grote braadpan gemaakt worden. Een klein pannetjes saus lukt niet, staat niet, smaakt niet. De ragù wordt als eerste klaargemaakt om lekker lang te laten sudderen. De haring is inmiddels met veel smaak naar binnen gegleden. De gemengde salades staan klaar op het keukenblad.

De borden komen allemaal leeg terug van de kamers. Een dochtertje van de bewoner op kamer drie komt naar de keuken om voor zichzelf een bordje ‘sliertjes’ op te scheppen. Haar moeder die ‘toch nog wel trek heeft’ idem dito. Aan de keukentafel prik ik  een vorkje mee met de meneer van de haring. De laatste saus wordt op een boterham geschept door een zorgvrijwilliger van de late dienst die net uit zijn werk komt. T’is allemaal bijna net als thuis*.

Hoe fiets de Fransman nou in dit verhaal? Mijn lieve moeder was een fan van de heilige uit Assisi. Zij herkende zijn hang naar gemeenschap, soberheid, spiritualiteit, natuur en zorg voor de ander. Ze was anti-paaps en feministisch, dat was de minderbroeder dan weer helemaal niet.

* Al weer bijna vijf jaar geleden, net nadat ik mijn ‘roeping’ als uitvaartondernemer had aangenomen, werd ik door een collega geattendeerd op het Veerhuis. Het Veerhuis als een bijna-thuis-huis sprak mij bij de eerste informele kennismaking al meteen aan: de inrichting, de ligging in de wijk, de no-nonsens benadering van de coördinatoren, het eerste contact met de vrijwilligers. Het voelde direct als een plek waar ik onderdeel van uit wilde maken. Als nieuwbakken ondernemer wilde ik iets terug doen, maar onderhuids was het vooral nieuwsgierigheid: Wat is een hospice eigenlijk? Trek ik het om zo dicht in de buurt van de dood te zijn? Wat kan ik toevoegen als kok? Welke rol speelt eten in de laatste levensfase? Welke gerechten, smaken, kleuren, geuren, woorden doen er toe? Misschien wel helemaal geen woorden en alleen maar stinkend mijn best doen op sauzen, gebakken krieltjes of een witvisje uit de oven. Het was en is nog steeds een avontuur elke keer als ik over de drempel stap van ons huis. 

Ikken en Jijen
Tekst en grafisch ontwerp van Wim de Lang

‘Wat als’, vroeg ik Karel namens mijn broers en zussen die middag door de telefoon. ‘Wat als onze vader over een week sterft, wat doen we dan met de naturapolis van die grote uitvaartondernemer?’ ‘Want,’ zei ik, ‘het laatste dat wij willen is een zwarte kraai gehuld in formaliteit met een dodenmasker op die onze vader binnen een uur gewassen en geschoren in een kist naar een kil mortuarium transporteert.’

‘Maak je geen zorgen,’ antwoordde Karel, ‘jullie hoeven niets te doen, ‘t komt allemaal goed. Je zult natuurlijk wel iets op je polis moeten inleveren, maar je bent tot niets verplicht. Niets moet, alles kan, alles mag. De tijd is aan jullie.’

Een half uur later app ik hem dat de situatie met onze vader snel verslechtert. Een uur later overlijdt hij. Ik bel Karel opnieuw en vraag hem wat we nu moeten doen. Hij condoleert ons, vraagt hoe het gegaan is en of wij het redden met zijn allen. Hij stelt ons gerust en zegt dat wij, zolang als wij dat zelf willen, bij onze vader mogen blijven en informeert pas dan hoe laat het ONS schikt dat hij langskomt.

Drie uur later gaat de bel en loopt Karel de kamer binnen. De schouwarts is inmiddels geweest, we hebben onze vader gewassen en aangekleed. Drie schoonzussen begeleiden ondertussen onze demente moeder en wij, vijf kinderen – een zesde moet nog uit het buitenland komen - staan in alle rust rond zijn bed. We zijn klaar voor het gesprek over wat er allemaal moet gebeuren. Het is 22 uur. Een uur later is het belangrijkste geregeld. ‘De rest komt morgen,’ zegt Karel. ‘Probeer nu te slapen, maak je geen zorgen.’

Ooit schreef onze vader: ‘Ikken kunnen niet functioneren zonder andere jijen’.
Toen wij rond zijn sterfbed stonden en hem met zachte handen en tranen van ontroering naar zijn einde begeleidden, toen pas drong de ware betekenis van deze tekst tot ons door: onze vader was de IK en wij - zijn kinderen - waren de JIJEN.
Maar ook wij konden niet functioneren zonder andere JIJEN!

Karel die ons na de dood van onze vader zo liefdevol begeleidde, voegde zich vanaf het begin naadloos onder de schare kinderen. Samen werden we een team dat de uitvaart tot in de finesses kon regelen. Hij hielp ons er moeiteloos doorheen. Elk detail, door ons soms als hoofdzaak gezien, werd in alle rust aangehoord en op de juiste plek gezet.

De uitvaart was in een woord ‘bijzonder’. Op onze eigen familie-wijze en volgens decennialange tradities brachten we met beeld en geluid een ‘ode’ aan onze overleden vader, in alle opzichten een erkenning aan wie hij was. Alles kon, alles mocht en achter de schermen had Karel alle praktische dingen geregeld.
Na afloop zagen we hem met ogen glimmend van ontroering en een lichte twinkeling van trots. Het leek alsof hij dacht: ‘Dit was weer zo mooi en het enige wat ik deed was ‘aanwezig zijn’ … ‘als een zucht, als de wind.’
Dank Karel voor je inpassing, je aanpassing, je empathie en betrokkenheid en voor wat je ons – ook onzichtbaar- uit handen nam.

Een groot compliment ook voor je collega die ervoor zorgde dat onze vader er na zijn overlijden zo mooi ‘bij’ lag. Het proces van overgang van leven naar dood laat zijn sporen na in het gezicht, waardoor je geliefde in zekere zin onherkenbaar wordt. Je collega maakte onze vader weer tot wie hij was. Mede daardoor konden we hem tot aan de dag van de uitvaart thuis opbaren.
Zes dagen lag hij daar mooi, rustig en tevreden. Om beurten waakten we bij hem.
De cirkel was rond. Het was goed zo.
Karel en collega: HEEL VEEL DANK!!

Familie de Lang, Weesp. Augustus 2018.

Death Cafe

Afgelopen zondag dronk ik thee en praatte ik over de dood, met wildvreemde mensen. Alhoewel, vreemd? Dat viel wel mee. Een van de conclusies na afloop was namelijk dat we in de basis allemaal één zijn. Allemaal bang, allemaal geraakt, allemaal levend en allemaal op weg naar de dood. Wel allemaal met een ander verhaal.

Death-café
Het Death-café (ditmaal ook met een Birth-editie) is een van oorsprong Engels initiatief om met elkaar in gesprek te gaan over een groots onderwerp in ons leven: de dood. Het idee is dat we meer uit ons leven kunnen halen als we ons beter kunnen verhouden tot de dood. Iets wat voor vele religieuze en spirituele stromingen niets nieuws is, maar in ons Westerse bestaan lijkt het onderwerp toch een beetje ondergesneeuwd. Dode mensen, het feit dat je leven ophoudt, dat je niet weet wanneer, dat je dierbaren kunt verliezen, de aanblik van een crematorium- het is eng en we steken liever de kop in het zand. Niet bij het Death-café. Daar schuif je aan, drink je thee, eet je taart en steek je simpelweg van wal over dat waar je – net als iedereen- het meest bang voor bent.

Schep
We zaten in een kringetje en deden om beurten ons verhaal over de dood. Geen verhaal dat af was, meer een persoonlijke verkenning. Reageren was niet de bedoeling, aandachtig luisteren wel. Er was iemand wiens partner overleden was, er was iemand wiens vader zelfmoord had gepleegd, er was iemand die vertelde over haar angst voor de dood, er was iemand die vertelde over zijn dochter die er bijna geweest was. Mijn zoon kwam langs, die als kleuter mee ging naar een begrafenis en ter voorbereiding zijn schep uit de schuur ging halen. Het gesprek was vreemd intiem en tegelijkertijd doodgewoon.

Springlevend
Na een uur was het rondje gemaakt. We hadden elkaar waanzinnig ontmoet, maar we hoefden er niets mee. Ineens leken we zo verbonden met elkaar. Die universele poort waardoor we allemaal komen en gaan, die was plotseling bijna tastbaar. En ik voelde dat de dood zoveel groter is dan de ervaringen die we opdoen met opa’s, huisdieren of andere dierbaren die we verliezen. Dat de dood ook aanwezig is in het moment waarop ik mijn kind alleen laat oversteken. Dat ik besluit in een vliegtuig te stappen. Dat de dood mij doet haasten. Dat de dood meer aanwezig wordt in het contact met mijn ouders. Dat ik alleen bij de gedachte aan de dood van mijn kinderen zeker weet dat het dan niet meer goed gaat komen met mij. Dat de dood zit in de verzekeringen die je afsluit. Dat je valt voor mensen die er gezond uitzien, omdat je weet dat ze voorlopig niet dood gaan. Dat de dood aanwezig is op de kermis op de Dam, waar mensen rondzweven op grote hoogte. Dat de dood aanwezig is in alles waar we bang voor zijn, en in alles wat ons een kick geeft. De dood is zo springlevend.

Toen ik de deur uit liep, voelde ik me licht, helder en vrolijk. De dood op tafel smaakt naar meer- het leven wordt er leuker van.

Lees meer op www.deathcafe.com

 

Dit bericht is oorspronkelijk gepubliceerd door Jesse Boon op tien april 2017 en is terug te vinden op onderwoorden

 

 

Mijn vader overleed, heel plotseling. In Spanje.
Ik kende Karel al een tijdje en toen hij zijn bedrijf opzette heb ik wel eens ‘gekscherend’ gezegd; áls er eentje gaat bij mij, dan weet ik je te vinden’.
Zo geschiedde.
Mijn lieve vader overleed op 16 november 2017, in Spanje dus.
Dat is nog niet eenvoudig trouwens; een overlijden in het buitenland, en al helemaal niet een Zuid-Europees buitenland.
De uitvaart heb ik samen met Karel geregeld, geheel in stijl en conform de wensen van mijn veeleisende vader.
En wat een prachtige uitvaart is het geworden; achteraf heb ik veel complimenten ontvangen dat het zo mooi, zo helemaal in stijl van mijn vader was.
Karel was een baken van rust en warmte. Hij heeft constant naast me gestaan in de moeilijke periode van veel in korte tijd regelen. Zonder overdreven sentiment of geveinsde warmte; alles was oprecht en echt en op een waarachtige manier respectvol.
Zijn benadering van de dood was weldadig in de eenvoud en vanzelfsprekendheid die het nu eenmaal is; dood gaan we allemaal tenslotte.
De Buiksloterkerk in Amsterdam-Noord was werkelijk schilderachtig prachtig. De pianomuziek, live gespeeld, en alles eromheen was precies zoals ik het in gedachten had.
Mijn vader zou zijn goedkeuring hebben gegeven.
Ik zeg het niet graag, maar als er weer eentje gaat; dan weet ik je weer te vinden Karel.

Yvette Bergman